‘De stad van de toekomst is vriendelijk voor mens én omgeving’
Horizons is een innovatienetwerk dat zich inzet voor een duurzame toekomst. In de serie ‘Duurzame Toekomst’ introduceren we de experts in ons netwerk. Wie zijn ze, wat doen ze en wat drijft ze?
Deel 1. De duurzame toekomst van Lior Steinberg
Planoloog Lior Steinberg wil steden vriendelijker en duurzamer maken. Als voormalig programmeur is hij gek op de mogelijkheden van technologie. Maar, zegt hij: kijk éérst naar de behoeften van bewoners.
Vriendelijke stad
Stel je een stad voor waar je je compleet op je gemak voelt. Waar je op een bankje een boek kunt lezen in de schaduw van een boom. Waar kinderen buiten spelen en dollen rond de fontein. Waar je koffie kunt halen op de hoek, een praatje kunt maken met mensen op straat, veilig naar je werk kunt fietsen en daarna sporten in het park.
Dit is de droom van Lior Steinberg. ‘Een vriendelijke stad’, noemt hij zijn ideale stad van de toekomst: een stad waarin mensen zich prettig voelen, fysiek en mentaal gezond zijn en in harmonie verkeren met elkaar en hun omgeving. Als medeoprichter van Humankind helpt Lior gemeenten om het ideaal van een vriendelijke stad dichterbij te brengen.
Eigen dierentuin
Steden zijn de samenlevingsvorm van de toekomst, vertelt Lior. Nu al leeft de helft van de wereldbevolking in steden; in 2050 is dat opgelopen tot driekwart. De uitdaging is om welzijn en duurzaamheid integraal onderdeel te maken van stedelijke ontwikkeling. Want als er veel mensen dichtbij elkaar samenleven krijg je al snel te maken met vervuiling, herrie, stank, overlast en gevaarlijke verkeerssituaties. Bovendien kampen bewoners in steden met sociale, mentale en fysieke problemen zoals armoede, stress, eenzaamheid en overgewicht.
Het zijn complexe problemen die vragen om innovatieve oplossingen. “Het enige verschil tussen mensen en dieren is dat wij onze eigen dierentuin bouwen,” zegt Lior grappend. “Maar serieus: ik merk vaak dat stedelijke problemen als een gegeven worden beschouwd, een houding van ‘het hoort er nou eenmaal bij’. Ik daag mensen uit om een betere toekomst voor te stellen. Wij hebben zélf de middelen om onze omgeving te scheppen.”
“Het enige verschil tussen mensen en dieren is dat wij onze eigen dierentuin bouwen”
Jane Jacobs: nog altijd relevant
Liors grote inspiratie is The Death and Life of Great American Cities (1961) van de Amerikaanse schrijver en activist Jane Jacobs. In dit boek betoogt Jacobs dat stedenbouwkundigen de wensen en behoeften van bewoners niet respecteren, in het bijzonder in armere volkswijken. Haar protesten droegen eraan bij dat de geliefde vooroorlogse wijk Greenwich Village in New York niet hoefde te wijken voor de aanleg van een snelweg.
“Dit boek was voor mij een eye-opener,” vertelt Lior. “Het is geschreven in de jaren zestig maar nog altijd razend actueel. Ik had me niet eerder gerealiseerd hoe fundamenteel stedenbouwkunde is in ons leven. En dat het geenszins vanzelfsprekend is om menselijke behoeften centraal te stellen.” Het was voor Lior aanleiding om planologie te gaan studeren.
De (on)mogelijkheden van technologie
Te vaak ziet Lior nog dat stedelijke ontwikkeling als een technische opgave wordt benaderd. Meer dan het bevorderen van geluk en duurzaamheid staat stedenbouw doorgaans in het teken van efficiëntie, winstmaximalisatie en het voldoen aan wettelijke eisen. ‘Smart city’-adepten gaan nog een stap verder en dromen van steden die volhangen met sensoren om bijvoorbeeld verkeersstromen te optimaliseren of het vergroten van veiligheid door verdachte bewegingen te monitoren.
Lior gelooft in de kracht van data. Hij werkte voorafgaand aan zijn studie jarenlang als programmeur in Israël en is groot voorstander van slimme inzet van technologie. Toch schiet een louter technische, cijfermatige benadering van stedenbouw in zijn ogen tekort. “We hebben de neiging om oplossingen te zoeken in het toevoegen van méér technologie,” legt hij uit. “Maar we vergeten na te denken over de basis: in wat voor stad willen we leven en wat moeten we doen om daar te komen?”
Meten is (beperkt) weten
In presentaties laat hij vaak onderstaande diagram zien. “Meten is weten, zeggen we vaak,” licht hij toe. “Gemeenten zijn dol op cijfers, omdat ze de suggestie geven van beheersbaarheid.” Daarom zijn er ook relatief veel verkeersmanagementstartups, legt hij uit: verkeersstromen laten zich bij uitstek uitdrukken in data.
Andere zaken zijn minder goed meetbaar. Neem geluk, de mate van ontspannenheid of eenzaamheid onder inwoners. Allemaal buitengewoon relevante gegevens die zich lastig laten uitdrukken in cijfers. Voor een project vroeg hij daarom aan inwoners om op een kaart aan te geven waar ze zich gelukkig voelen en waar ze angstig zijn. “Het zijn minder gebruikelijke data om te verzamelen, maar ze zijn zonder meer belangrijk,” aldus Lior. “Op deze manier kun je in kaart brengen welke gebieden in een stad geluk bevorderen en waar interventies nodig zijn.”
Dialoog en verbeelding
Belangrijker nog dan de juiste cijfers verzamelen, is om zicht te krijgen op wat écht belangrijk is voor een stad. Welke waarden een stad wil uitdragen, op welke manier. Deze discussie moet niet alleen aan techneuten worden overgelaten, maar aan multidisciplinaire teams met bijvoorbeeld filosofen, sociologen en kunstenaars. “Alle stedenbouwkundigen willen steden beter maken,” zegt Lior. “Maar zij hebben hiervoor betere input en meer verbeeldingskracht nodig.”
“Alle stedenbouwkundigen willen steden beter maken, maar zij hebben hiervoor betere input en meer verbeeldingskracht nodig”
Uiteraard moeten bij zo’n dialoog ook burgers betrokken zijn. Zij moeten immers in de stad leven. Zo organiseerde Lior voor Groningen bijeenkomsten met burgers om te kijken wat de stad kon doen om lichaamsbeweging te stimuleren. Daaruit kwam de Urban Gym voort, een plek waar mensen van verschillende leeftijden buiten kunnen sporten. Daarnaast bleek dat veel mensen kampen met stress. Dit resulteerde in de Body + Mind Gym, een pop-up sportschool waar mensen terecht kunnen voor fysieke uitdaging en mentale rust.
Stad vs. Natuur
De stad van de toekomst staat voor Lior niet alleen in het teken van geluk, maar ook van duurzaamheid. Natuur en stad vormen een paradox: natuur is heilzaam voor mensen, maar mensen zijn niet heilzaam voor de natuur. Leven in een stad is doorgaans duurzamer dan op het land, omdat je minder hoeft auto te rijden, er minder infrastructuur nodig is en er meer ruimte over voor de natuur, legt Lior uit. Hij verwijst naar bekende uitspraken van econoom Edward Glaeser: ‘Als je van de natuur houdt, blijf erbij uit de buurt’ en ‘Als je van de natuur houdt, trek naar de stad.’
“Als je van de natuur houdt, blijf erbij uit de buurt”
Tegelijk is natuur goed is voor ons welzijn. Dus hoe combineer je stad en natuur in de stad van de toekomst? In Liors visie moet er veel ruimte zijn voor groenvoorzieningen. “Natuur is belangrijk, maar het is een misvatting dat dat veel ruimte in beslag moet nemen,” legt hij uit. “Een bankje met één boom kan meer geluk creëren dan een heel grasveld. Groene daken op bushokjes of schuurtjes hebben al impact op ons welzijn en dragen bij aan biodiversiteit.”
Ook hier pleit hij voor goed nadenken wát je wil bereiken en dat, in samenspraak met experts uit verschillende disciplines én met burgers, te vertalen naar praktische oplossingen. “Als sensors, AI en big data daarbij helpen, zet dat vooral in,” aldus Lior. “Maar ook zonder gehypete technologieën kun je interventies creëren die bijdragen aan steden die mensen laten glimlachen.”
Lior Steinberg
Urban planner, liveable cities
Lior Steinberg is stedenbouwkundige en medeoprichter van Humankind, een multidisciplinair collectief dat de transitie naar stedelijk geluk voor iedereen versnelt. Lior helpt steden verder te kijken dan functionaliteit en stedelijke ruimtes te plannen die mensen laten glimlachen. Lior is veelgevraagd spreker over stedelijke interventies.