Woordenboek van de Nieuwe Economie (door ChatGPT)
Introductie - 1. Algemene begrippen - 2. Natuur en klimaat - 3. Duurzame energie - 4. Steden en mobiliteit - 5. Landbouw en voeding
Deel 3. Duurzame energie
Energietransitie
De energietransitie verwijst naar de overgang naar een duurzaam en schoon energiesysteem, waarbij de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen wordt verminderd en er steeds meer gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare energiebronnen, zoals zonnepanelen, windmolens en waterkracht. Deze transitie is nodig om te helpen bij het tegengaan van klimaatverandering en om te zorgen voor een duurzame toekomst. De energietransitie vereist een gecoördineerde inspanning van overheden, bedrijven en individuen om te investeren in duurzame energiebronnen en om beleid en infrastructuur te ontwikkelen om de transitie te ondersteunen. Het doel van de energietransitie is om te zorgen voor een duurzaam, betaalbaar en betrouwbaar energie aanbod dat voldoet aan de behoeften van de wereldbevolking.
Energieneutraal
Energieneutraal betekent dat een organisatie, land of activiteit geen netto uitstoot heeft van koolstofdioxide of andere broeikasgassen als gevolg van energieverbruik. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een organisatie zijn energie volledig uit hernieuwbare bronnen haalt, zoals zonnepanelen of windmolens, of dat het de uitstoot van koolstofdioxide compenseert door het investeren in projecten die de uitstoot verminderen. Het doel van energieneutraal zijn is om te helpen bij het tegengaan van klimaatverandering en om te zorgen dat energie op een duurzame manier wordt geproduceerd en gebruikt.
Wat is het verschil tussen CO2 Neutraal en Energieneutraal?
Het belangrijkste verschil tussen deze twee begrippen is dat CO2 neutraal zich specifiek richt op koolstofdioxide, terwijl energieneutraal zich richt op alle broeikasgassen die voortkomen uit energieverbruik.
Waterstof
Waterstof is een chemisch element met het symbool H en het atoomnummer 1. Het is het lichtste element en bestaat uit één proton en één elektron. Waterstof komt veel voor in de natuur, vooral in de vorm van water. Het is een brandbaar gas dat veel energie kan leveren wanneer het wordt verbrand. Er zijn verschillende vormen van waterstof, afhankelijk van hoe het wordt opgeslagen en gebruikt. Zo zijn er waterstofgas, waterstofvloeistof en waterstof in vast formaat (meestal als metalen hydride of als kristallijne waterstof). Waterstof wordt vaak gezien als een mogelijke brandstof voor de toekomst vanwege zijn hoge energiedichtheid en omdat het bij verbranding alleen water produceert.
Grijze waterstof is waterstof die is geproduceerd door het splitsen van aardgas, wat een relatief goedkope en gemakkelijke manier is om waterstof te produceren. Het nadeel hiervan is dat de productie van grijze waterstof CO2 uitstoot, wat slecht is voor het milieu en bijdraagt aan klimaatverandering.
Blauwe waterstof is waterstof die is geproduceerd door het splitsen van water (elektrolyse) met behulp van elektriciteit die is opgewekt uit fossiele brandstoffen, zoals aardgas of kolen. De productie van blauwe waterstof vermindert de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen voor de opwekking van elektriciteit, maar de CO2-uitstoot blijft bestaan.
Groene waterstof is waterstof die is geproduceerd door elektrolyse met behulp van elektriciteit die is opgewekt uit hernieuwbare bronnen, zoals zonnepanelen of windmolens. De productie van groene waterstof produceert geen CO2-uitstoot en is dus goed voor het milieu. Het is momenteel wel duurder om groene waterstof te produceren dan grijze of blauwe waterstof, maar de kosten zullen naar verwachting dalen naarmate de technologie verbetert en de productiecapaciteit toeneemt.
Elektrische auto’s
Een elektrische auto, ook wel een EV (Electric Vehicle) genoemd, is een voertuig dat volledig wordt aangedreven door elektriciteit. In tegenstelling tot conventionele auto's die rijden op verbrandingsmotoren, die brandstof nodig hebben om te kunnen rijden, gebruiken elektrische auto's batterijen om elektrische energie op te slaan en aan te drijven. Dit maakt ze duurzamer en stiller dan conventionele auto's, omdat ze geen schadelijke uitlaatgassen produceren en minder lawaai maken. Elektrische auto's zijn populairder aan het worden omdat ze bijdragen aan een schonere lucht en een beter milieu.
Voordelen van elektrische auto's:
Ze produceren geen uitlaatgassen, waardoor ze bijdragen aan een beter leefmilieu en gezondheid.
Ze zijn stiller dan brandstofauto's, wat kan helpen bij het verminderen van geluidsoverlast.
Ze zijn vaak goedkoper in onderhoud en brandstofkosten.
Ze kunnen helpen bij het verminderen van de afhankelijkheid van olie en andere brandstoffen.
Nadelen van elektrische auto's:
Ze zijn vaak duurder om te kopen dan brandstofauto's.
Ze hebben vaak een beperkte actieradius voordat ze moeten worden opgeladen.
Er zijn niet altijd voldoende laadpunten beschikbaar in sommige gebieden.
De productie van elektrische auto's kan leiden tot verhoogde uitstoot van broeikasgassen en vervuiling als het elektriciteitsnet dat wordt gebruikt voor opladen niet duurzaam is.
EV - batterij productie
Er zijn verschillende materialen nodig voor de productie van een batterij voor elektrische auto's. Dit kan variëren afhankelijk van het type batterij en de fabrikant, maar hier zijn enkele voorbeelden van materialen die vaak worden gebruikt:
Lithium: Lithium is een metaal dat wordt gebruikt in veel elektrische auto-batterijen vanwege zijn hoge energiedichtheid.
Koper: Koper is een elektrisch geleidend metaal dat wordt gebruikt in de elektrische verbindingen van batterijen.
Nikkel: Nikkel is een metaal dat wordt gebruikt in sommige elektrische auto-batterijen vanwege zijn hoge energiedichtheid.
Aluminium: Aluminium is een licht metaal dat wordt gebruikt in sommige elektrische auto-batterijen vanwege zijn hoge elektrische geleidbaarheid.
Kobalt: Kobalt is een metaal dat wordt gebruikt in sommige elektrische auto-batterijen vanwege zijn hoge energiedichtheid en chemische stabiliteit.
Er zijn ook andere materialen nodig voor de productie van batterijen, zoals polymeren en elektrolyten, maar de bovenstaande materialen zijn vaak de belangrijkste componenten. Het is belangrijk om te onthouden dat de productie van batterijen kan leiden tot milieu-uitdagingen, zoals vervuiling en uitputting van grondstoffen. Daarom is het belangrijk om duurzame productiemethoden te gebruiken en te werken aan manieren om de impact op het milieu te verminderen.
EV - opladen
Er zijn verschillende manieren om elektrische auto's op te laden, zoals lading via een stopcontact, lading via een snellader en inductief laden. Lading via een stopcontact is de meest voorkomende manier om elektrische auto's op te laden en dit gebeurt meestal thuis of op een openbaar laadpunt. Snelladen is een snelle manier om elektrische auto's op te laden en dit gebeurt meestal bij speciale snelladers langs de snelweg. Inductief laden is een draadloze manier om elektrische auto's op te laden en hierbij worden elektrische energie en magnetische velden gebruikt om elektrische auto's op te laden zonder dat er kabels nodig zijn.
Jevons Paradox
De Jevons Paradox is een economisch concept dat stelt dat als technologie efficiënter wordt, het totale verbruik van die technologie juist kan toenemen in plaats van afnemen. Dit lijkt tegenintuïtief, omdat je zou verwachten dat efficiëntere technologie zou leiden tot minder verbruik. Een eenvoudige manier om dit te begrijpen, is door te denken aan een technologische verbetering in bijvoorbeeld auto's, waardoor ze minder brandstof gebruiken. In eerste instantie lijkt dit goed voor het milieu omdat elke auto minder brandstof verbruikt. Echter, omdat de auto's efficiënter zijn, worden ze goedkoper in gebruik. Dit kan ertoe leiden dat mensen meer gaan rijden of dat meer mensen auto's gaan kopen en gebruiken. Het totale brandstofverbruik kan hierdoor uiteindelijk toenemen, zelfs al is elke individuele auto zuiniger geworden.
Dit concept wordt vaak gebruikt in discussies over duurzaamheid en milieubeleid, om aan te tonen dat technologische verbeteringen alleen niet altijd voldoende zijn om het totale verbruik van hulpbronnen te verminderen.